dinsdag 3 maart 2009
Groeten aan de Katbladstraat....
Sylvester:
Ha, mevrouw Katblad. Tijd geleden heh? Ja, want begin november ben ik verhuisd. Uit de Katbladstraat inderdaad. Ja, we woonden tegenover elkaar. En ik was net op tijd weg. Net voor het opbreken van de straat ja. Met mij is het erg goed. Ja, de verhuizing is meegevallen en ik woon nu in een groter huis en op stand bovendien. Nee, ik ga u geen rondleiding geven, maar een paar plekjes wil ik u wel laten zien.
U bent net door de voordeur gekomen? Wel, dan heeft u daar mijn bak zien staan. Ja, ik krijg ook mijn eten op de onderste verdieping. Nee, de kelder is nog een trapje naar beneden, maar daar kom ik niet. U kwam via een trapje in de huiskamer, niet? Ja, daar vond u mij. Nu zijn wij via weer een trapje nog een stukje hoger gegaan. Hier is de keuken dus. Ja, daar komen de heerlijke geuren vandaan.
Dit trapje gaat nog weer verder naar boven. De slaapvertrekken inderdaad. En een badkamer en dergelijke. Maar daar gaan we nu niet heen want dat is privé. Daar weer boven is nog een verdieping. Ja, met nog enkele kamers. Een hoop trapjes niet? Ja, goed voor mijn lijn, dat is een ding dat zeker is. Maar ik beklim de trapjes met mate. Omdat mijn bak en voerbakje helemaal beneden staan inderdaad. Ik had natuurlijk liever gelijkvloers gewoond, maar dit kan er ook wel mee door. Bovendien is het hier op stand, en dat telt uiteraard zwaar. Nee, ik zou hier niet meer weg willen. Tenzij mijn mensen zouden besluiten om weer te gaan verhuizen natuurlijk, want ik ben erg op hen gesteld. Dus dan zou ik inderdaad met ze mee gaan. Maar we wonen hier nog maar pas, dus laten we maar niet speculeren over een volgende verhuizing. Voorlopig is het genoeg geweest, dat gesjouw met dozen etcetera.
Kijk, dit is de eethoek. Van mijn mensen ja. Ja, hier valt wel eens wat en dat ruim ik dan op. Zoals een goede huiskat betaamt inderdaad. Het kleine hij-mensje laat regelmatig wat vallen, en dat is er misschien wel de oorzaak van dat ik niet verder ben afgevallen, ondanks al dat trappen lopen. Maar er is nog hoop. Ja, gaat u weer even met mij mee?
Dit is onze tuin ja. Grenzend aan een water inderdaad. Nee, ik ben nog niet zo verschrikkelijk vaak buiten te vinden, maar dat is omdat het weer niet meewerkt. Maar ik weet zeker dat ik in de toekomst daar vaak ga rondstruinen. Er is alleen een nadeel. U wilt weten wat ik daarmee bedoel? Wel, langs het water lopen vaak blafbeesten. Ja, u kent dat wel: snuffelen, ronddraaien en tenslotte een hoop deponeren. En niet begraven dus, heh? Erg irritant ja. Ja, daar moeten we nog wat op vinden. Maar verder voel ik me reeds een echte burgerkat van het Wassenaerse. Nee, ik zou niet meer terug willen naar Leiden. Blijft u bij ons dineren? Dat is gezellig. En als u straks weer naar huis gaat en ik spreek u niet meer, wilt u dan de groeten doen aan de poezen van de Katbladstraat? Nee, niet aan Storm. Ja, aan hem had ik een pesthekel.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Leuk om wat van je te horen Sylvester en fijn dat het goed met je gaat. Je was net op tijd weg, niet alleen voor de straat, maar ook voor de nieuwe pestkop: Bel! Volgens mij is hij irritanter dan Storm (maar ik ben geen kat, dus wat weet ik ervan).
Een reactie posten