Goed opletten, klein mannetje!

Tokkie Troy:
Kijk jongetje. Er zal een dag komen dat ik er niet meer ben en dat jij mij moet gaan vervangen. Ja, dan moet jij hier waarschijnlijk het poezenloket gaan bewaken. Dan ben jij de receptionist ja. Nee, reken er maar niet op dat Cera hier komt inwonen. Die relatie tussen haar en Japekop houdt geen stand, dat kan ik je nu al vertellen. Bovendien zou zij geen geschikte receptioniste zijn, ook dat weet ik zeker. Dus jij moet dat gaan doen. Luister daarom goed naar me.


Je moet nog veel leren en ik hoop dat me de tijd gegeven is om jou op te leiden. Ten eerste mag niet iedereen zomaar aan ons loket komen. Ken je Storm? Wel eens gezien, mmm. Ja precies, dat is die dunne zwarte zonder staart. Die mag dus nooit binnenkomen. Heb je goed geluisterd? Juist, Storm nooit binnenlaten. Als hij komt moet je al ver van tevoren een keel opzetten. Met een beetje geluk komt ons mens dan om hem weg te sturen. Vreemde katten mogen hier ook niet komen. Nee, ik weet dat bijna alle katten nog vreemd voor je zijn, maar de katbladkatten zul je binnenkort heus wel gaan ontmoeten. Als je je prikje hebt gehad, mag je naar buiten. Nee, we gaan het nu niet over het prikje en de dierenarts hebben. Ja, dat moet nu eenmaal gebeuren dus daar gaan we niet over discussieren. Blijf even bij de les, ja?
Dus wie laat je nooit binnen? Storm niet en alle vreemde katten ook niet. Goed zo, kleine vent! En als ze toch komen, wat doe je dan? Juist, een keel opzetten. Zie je wel dat je goed kunt leren?


Nee, voorlopig ga ik nergens heen. Ik ben gelukkig nog goed gezond ja. Maar omdat je het maar nooit weet, vind ik wel dat ik met je lessen moet beginnen. Ja, je bent nu groot genoeg om te leren, als je maar goed naar me luistert heh? Goed zo klein mannetje, ga nu maar weer lekker spelen.