donderdag 23 juli 2009

Katloze zondag?


Boez:
Ik ga nu echt niet naar buiten. Heb je het niet gehoord dan? Nou, ga maar kijken. Er zit er nu 1 voor de deur, daar durf ik dus niet langs. Nee, echt niet! Hij zit als een idioot naar me te blazen en daarbij is hij nog eens zo groot dat ik er bang van word. En ik ben niet gauw bang, dat weet je best. Ja, pak die camera van je maar en steek 'm maar om de hoek van de deur. Dan kun je inderdaad zien waarom ik het niet in mijn hoofd haal de gang in te gaan. Ja, doe maar, ga maar kijken.



Ollie:
Zo? Mag ik hier niet staan? En van wie dan wel niet? Oh, durft die kleine van u nu niet naar buiten? Ach, is hij geschrokken van mijn geblaas? Net goed. Ja, u heeft mij goed gehoord. Ik mag die Boez van u niet. Eigenlijk mag ik helemaal niemand. En als ik de moed heb opgebracht een klein stukje buiten te lopen, wil ik dus niemand tegenkomen. Ook niet van opzij, zal ik maar zeggen. Nee, als ik langs kom moeten ramen en deuren gesloten zijn. En dat weet u best. Dat ik dat graag zo heb, inderdaad. Maar u zit altijd maar te gluren. Ja, ik zie u heus wel. Is het niet door het poezenloket dan is het wel door de open deur. Zoals nu ja. Nee, ik was niet onvriendelijk. Ik probeerde die kleine alleen maar duidelijk te maken dat hij de straat niet op mag als ik daar loop. Hopelijk heeft hij dat nu eindelijk eens begrepen.



Kijk, daar loopt er weer eentje. Een ander ja. En ik hou dus niet van anderen. Ja, ik heb weer vette pech vandaag. Want het betekent dat ik weer naar huis zal moeten. Nee, ik wandel niet verder maar keer altijd huiswaarts als er anderen op straat zijn. En verdorie, er zijn altijd anderen op straat. Zelfs 's ochtends heel vroeg ja. Daarom blijven mijn wandelingetjes ook meestal kort. Nee, ik zou liever hebben dat er een katloze zondag werd ingesteld. En mensloos ook tegelijkertijd, ja. Niemand op straat behalve ik dus. Ja, dat zou ideaal zijn. Dan kwam ik tenminste toe aan wat beweging. Maar nou wordt het alweer niks. Ja, dat is inderdaad uw schuld. Omdat u uw deur had openstaan en die kleine naar buiten wou komen, ja. Daardoor ben ik van mijn stuk gebracht inderdaad. U wordt dan ook hartelijk bedankt. Nee, u bent een buurvrouw van niks. En volgens mij geeft u helemaal niet om katten. En zeker niet om mij, nee. Ajuus.

Geen opmerkingen: