zaterdag 18 juli 2009

Kaija baalt stevig....


Het begon al aardig donker te worden toen de voltallige redactie besloot toch nog maar een rondje te lopen. Of, als dat om de een of andere reden niet zou lukken, tenminste een klein stukje te wandelen. Al was het alleen maar naar de Kruidentuin. Dus gingen we op pad.



In de Kruidentuin was het best druk. Vlakbij de gevaarlijke weg zagen wij Simba (links) en Oscar (rechts) die aan het zooien waren. Of elkaar aan het pesten want dat is hen wel toevertrouwd. In elk geval hielden ze direct op met wat ze aan het doen waren toen ze de redactiestoet zagen naderen. Op de foto kunt u zien dat wij helaas genoodzaakt waren de flits te gebruiken, anders had u helemaal niets te zien gekregen.



Terwijl de Boez, onverschrokken als hij is (of is het gewoon onvoorzichtig en dom?), onmiddellijk naar de twee zooiers/pesters toesnelde, dook Japekop met zijn snuit tussen het kattenkruid. Een snufje voor het slapengaan is natuurlijk nooit weg. Tenminste, dat vermoeden wij. Wat u niet ziet is dat mevrouw Troy bij het binnentreden van de tuin neus-aan-neus kwam te staan met Siep, waarvan zij zo schrok dat zij rechtsomkeer maakte en om de hoek van de straat op ons bleef wachten. Het is jammer dat Siep onze receptioniste de laatste tijd zo onheus bejegend, want daardoor komt mevr. Troy nog nauwelijks tot een rondje in de Kruidentuin. Ja, T. Troy neemt het zekere altijd voor het onzekere en mijdt elke confrontatie. Tenzij het niet anders kan natuurlijk, en dan ook nog op eigen grond. We keren weer terug naar "de jongens".


Simba, die uitsluitend doet aan 1 op 1 contacten en dus niet houdt van al te veel kattenvolk om zich heen, heeft de benen genomen en is de parallelstraat in gegaan. De Boez is naar Oscar toe gedribbeld en wij ontwaren zowaar Kaija op het randje van het centrum van de tuin. Kaija maakt moeilijke tijden door. Zij wordt geacht de Kruidentuin te bewaken, had altijd daarbij de steun van Jaya maar moet nu lange dagen maken omdat Jaya is verhuisd en haar niet meer terzijde kan staan. Deze taak is eigenlijk te zwaar voor Kaija en wij zien dan ook dat zij de boel niet meer onder controle heeft. En uiteraard heeft zij daar zwaar de pest over in. Het lijkt erop of de jongens uit de Katbladstraat steeds verder oprukken. Arme Kaija.



Kaija ziet het allemaal gebeuren maar kan in haar eentje niets beginnen tegen de boys. Vooral Oscar en de Boez zijn katsbrutaal en trekken zich niets, maar dan ook niets aan van Kaija's boze blikken.



Het wordt ondertussen alsmaar donkerder. Oscar meent iets te zien tussen het kattenkruid langs de gevaarlijke weg, maar wij kunnen op onze beurt niet ontwaren wat. Daar heb je namelijk kattenogen voor nodig. Wij flitsen ons het apezuur maar ook dat helpt niet.



En Oscar wil ons uiteraard niet vertellen wat hij nu precies zag. Hij gooit zijn brutale neus in de lucht en lacht ons uit, menen wij. Waarschijnlijk houdt hij ons gewoon voor de gek.



Terwijl de Boez zich klaarmaakt om Oscar te bespringen, duikt Japekop aan de andere kant tussen de Nepeta op. Oscar heeft duidelijk plannen met hem. Dat kan dus nog een lollige boel worden!



Maar Japekop negeert Oscar en kruipt dieper tussen het kruid. Onze verkenner doet alsof hij iets heel belangrijks heeft ontdekt en zo te zien trapt Oscar daar in.




De Boez ziet dat Oscar geen belangstelling voor hem heeft. Teleurgesteld gaat onze jongste bediende er daarom maar bij zitten. Wij lopen een rondje om het centrum van de tuin om te kijken of er misschien nog andere haarfabrieken tussen het struikgewas schuilen, maar daar blijkt helaas geen sprake van.



Alleen Kaija zit nog een stevig portie te balen, dit keer op het muurtje bij het bankje. We proberen nog even contact met haar te maken maar ze is niet in de stemming. Als we dan weer terugkomen bij de plek waar wij zonet de jongens hebben achtergelaten, is het inmiddels te donker geworden om van afstand plaatjes te schieten. Wij zien wel hoe Oscar en de Boez nu enthousiast haasje over doen. Japekoppie is uit zicht. Wij besluiten mevrouw Troy uit haar eenzaamheid te verlossen. En inderdaad, zij zit braaf om de hoek op ons te wachten. Samen lopen we terug naar de redactie.
Een half uurtje later roepen we Japekop en de Boez. Gelukkig komen zij gehoorzaam en zonder dralen aanlopen en kunnen wij de deur op het nachtslot doen. Het was me een avondje wel....

Geen opmerkingen: