donderdag 9 april 2009

Vreemde gast in Hoftuin


Gast:
Oh, ik voel mij betrapt door u. Nee, ik woon hier niet maar kom gewoon even kijken hoe het hier is. Ja, u hebt mij wel eens meer gezien. Een keer in de Kruidentuin en ook een keer in uw straat inderdaad. Ja, ik heb altijd haast als ik zo ver van huis ben. En nu voel ik mij dus helemaal niet op mijn gemak.



U gaat mij toch niet meppen? Oh, u doet niet aan meppen. Dan is het goed. Maar toch blijf ik bang voor u. Nee, ik ben niet zo gek op vreemde mensen en probeer ze altijd te mijden.



Bovendien ben ik hier in vreemd gebied, dus dan moet je altijd extra voorzichting zijn heh? U staat trouwens vlak voor de ingang en dat bevalt me helemaal niet. Nee, ik voel me een soort van opgesloten dus.



U komt ook te dichtbij voor mijn gevoel. Ik neem meer afstand van u. Omdat dat beter voelt ja.



Zo, dat is beter. Maar ik geloof niet dat ik nu zo'n zin heb in een conversatie met u. U staat nog steeds voor die Poort en dus sluit u zo mijn vluchtweg af. En ik had u al gezegd dat ik dat niet prettig vind.


Bovendien zit daar een dikke rooie met chagrijnige bek en priemende ogen. Nee, hij ziet er niet erg vriendelijk uit en ik voel ook geen enkele behoefte om hem te ontmoeten.



Ik zou het liefst maar weer die Poort doorgaan. Waar u nu voor staat dus, heh?



Kijk, die rooie komt deze kant op. Hij heeft weinig goeds in de zin, dat zie je zo. Nee, daar heb ik geen bril voor nodig.



Mooi dat u effe niet oplette. Ja, ik ben er langs! Toedeloe en nog een prettige dag, heh?



Op de vergadertafel zit mevrouw Troy. Zij heeft net een paar tongetjes water genuttigd en kijkt de vreemde gast na. Nee Troy, hij komt niet naar uw poezenloket. U kunt weer rustig verder lebberen!



Daar gaat de vreemde gast. Hij loopt richting Kruidentuin. Wij zijn toch wel nieuwsgierig naar wat hij daar gaat doen, dus besluiten hem te volgen. Op afstand natuurlijk.



De vreemde gast blijft niet lang hangen in de Kruidentuin. Hij loopt langs Kaija, bekijkt haar nog even maar loopt dan door en slaat de hoek om de Parallelstraat in. Hier staken wij onze achtervolging. Er zijn tenslotte grenzen.



Wij vermoeden dat Kaija de vreemde gast wel kent. Ze snuffelt op de plek waar de vreemde gast net even stilhield. Wij zeggen haar gedag en lopen terug naar de Katbladstraat. Het wordt hoog tijd om de Boez te vinden. Hij is alweer een tijdje uit zicht en wij willen toch wel enige controle uitoefenen. Boez! Waar zit je nou weer?

3 opmerkingen:

ina zei

Wat een leuke nieuwe katten allemaal!

Annemieke zei

Hij lijkt wel wat op Kaija! Met die rode streep vlekken. Misschien is het familie.

Wilma zei

Alweer zo'n mooi nieuw poezenbeest. En wat een mooie ringen heeft tie om zijn staart.