woensdag 26 mei 2010

Opgesloten.


Boez:
Zal ik nou wel of zal ik niet naar binnen? Het mens wil dat ik nu ga springen, maar ik weet bijna zeker dat ze daarna het raam dicht zal doen en dan kan ik er hier niet meer uit. Ja, ik ben een vrije jongen en kan erg slecht tegen opgesloten zitten. Daarmee bedoel ik dat ik graag alle ramen en deuren open wil zien, zodat ik daar op elk moment van de dag door naar buiten of naar binnen kan. Ja, als ik het in mijn kop krijg dat ik naar het dak wil, moet dat snel kunnen plaatsvinden en dat betekent dat het slaapkamerraam open moet staan. Wil ik daarentegen vanuit de keuken naar de straat, dan moet het Poezenloket open zijn. Ja, ik weet dat we ook een kattenluik hebben, maar via het loket gaat het allemaal sneller, en om de een of andere reden heb ik altijd haast. Ja, zo zit ik nu eenmaal in elkaar, heh?
Maar zal ik nu wel of zal ik niet springen? Lastige keuze inderdaad.



Nou, vooruit dan maar, al ga ik er vast spijt van krijgen.



Zie je wel? Alles zit potdicht. Ja, het ging precies zoals ik u vertelde: ik was nog niet binnen of dat raam ging dicht. En nu zit het beneden dus ook allemaal dicht en ben ik derhalve hartstikke opgesloten. Nee, de volgende keer trap ik er echt niet meer in want mijn vrijheid is me gewoon veel te lief. Tenzij ik heel erge honger heb natuurlijk, dan liggen de zaken weer anders....

1 opmerking:

katja zei

Volgens mij hoef jij niet echt heel erg honger te hebben om er weer in te trappen hoor, Boez...